MARTIJNLAAN
De naam Martijn komt uit een hekeldicht van Jacob van Maerlant, een letterkundige uit de 13e eeuw. Jacob 'praat' in dit gedicht tegen ene Martijn. Later zijn er nog een paar aanvullende gedichten gemaakt, die daar op aansluiten.
JAROMIRSTRAAT
De monnik Jaromir is geschapen door de Gelderse schrijver Anthoni Christiaan Winand Staring (1767-1840), geboren in Gendringen. Volgens zijn gedicht zou de duivel de monnik Jaromir tijdens de vastperiode betrapt hebben op het eten van een kip in de Librije, een oude bibliotheek in Zutphen. De duivel strafte hem vervolgens door hem gedurende een nacht op te sluiten in de Librije.
FERGUUTSTRAAT
In het begin van de 13e eeuw schreef Guillarmes li clers (de klerk Guillaume) de Franse Arthurroman 'Fergus'. Een anonieme schrijver gebruikte dit als bron van het Middelnederlands boek over de ridder met het witte schild 'Ferguut'.
ELEGASTSTRAAT
'Karel ende Elegast' is een ridderverhaal dat behoort tot de Karel-epiek. In dit genre neemt het een speciale plaats in. Karel de Grote vertolkt immers de hoofdrol, terwijl hij in andere Karelromans eerder een nevenfiguur is. De auteur is onbekend. Het is omstreeks 1270 geschreven in Brabant. Het verhaal bestaat uit circa 1400 verzen.
MAURITS LIJNSLAGERSTRAAT
'Het leven van Maurits Lijnslager' werd beschreven door A. Loosjes Pz. (1761-1818). Het gaat over een Hollandsche familiegeschiedenis uit de Zeventiende Eeuw.
HELIASWEG
Helias was een 'Zwaanridder'. Deze sympathieke held verschijnt voor het eerst in de Franstalige trilogie: 'De geboorte van de Zwaanridder' ,'De Zwaanridder' en 'Het einde van Helias'. Deze verhalen worden tussen 1180 en 1220 geschreven in Noord-Frankrijk of in Brabant.
BADELOCHSTRAAT
Badeloch is een personage in het toneelstuk 'Gijsbrecht van Aemstel' van Joost van den Vondel (1587 – 1679). Badeloch geldt als de verpersoonlijking van de liefde tussen echtgenoten, zoals die door burchtbewoners wordt verwoord in de Rey van Burghzaten:
Waer werd oprechter trouw
Dan tusschen man en vrouw
Ter weereld oit gevonden?
Twee zielen gloende aen een gesmeed,
Of vast geschakelt en verbonden
In lief en leedt.
GLORIANTSTRAAT
Gloriant is een Middelnederlands toneelstuk van een onbekende Brabantse of Vlaamse schrijver die waarschijnlijk ook Esmoreit heeft geschreven. Het is een van de vier 'Abele spelen' die vervat zijn in het Hulthemse handschrift. Het centrale thema is de liefde tussen twee mensen die verschillende religies aanhangen.
KONING ARTHURLAAN
Koning Arthur (ook Artur of Artus) is een figuur uit de Keltische legenden en de middeleeuwse hoofse literatuur, wiens historiciteit niet vaststaat. Hij is de centrale figuur in de Arthurlegenden. In vroege Welshe teksten wordt hij nergens koning genoemd, maar dux bellorum (leider van de strijd), en middeleeuwse teksten noemen hem vaak amerauder (heerser).
DE GRAAL
De bekendste Graalroman is geschreven door Chrétien de Troyes (1180-1190?). Hij integreert de Graal-legende in de Arthur sage, door de ridders van de Ronde Tafel op zoek te laten gaan naar de Heilige Graal. De roman is echter nooit beëindigd. Chrétien werd mogelijk vermoord. Hij baseert zijn boek op een eerdere Graal roman. Deze is geschreven door Heliandus, een monnik afkomstig uit Languedoc.
SANDERIJNSTRAAT
De ‘seer ghenoechlike ende amoroeze historie vanden eedelen Lantsloet ende die scone Sandrijn’, die we kennen als een ‘Abel spel’ is eeuwenlang een geliefd verhaal geweest. Het toneelspel, dat naar men aanneemt in de 14de eeuw is ontstaan, werd vóór 1500 bij Govert van Ghemen te Gouda uitgegeven en tot in de 18de eeuw herdrukt.
LANCELOETSTRAAT
'Lanceloet en het hert met de witte voet' is van een onbekende auteur vóór 1291 en behoort ook tot de zogenoemde ‘Arthurromans’. Dat zijn verhalen waarin koning Arthur en zijn ridders van de Ronde Tafel een hoofdrol vervullen. De tekst is verwant aan het Franse zogenoemde Lai de Tyolet, een kort verhaal over het thema ‘liefde’. Ook hierin speelt de jacht op een hert een belangrijke rol.
MORIAENSTRAAT
De Middelnederlandse Roman van Moriaen behoort tot het genre van de Arthurroman. De Roman van Moriaen werd geschreven in de tweede helft van de 13e eeuw en wijkt hierin af van de traditionele Arthurromans dat het hoofdpersonage, de ridder Moriaen, een zwarte huidskleur heeft. De roman werd geschreven door een anonieme auteur in Vlaanderen en meer specifiek in de huidige provincie West-Vlaandere.
Moriaantje zo zwart als roet, is een Nederlandstalig kinderlied. Het is gebaseerd op het Duitse kinderverhaal Geschichte von den schwarzen Buben, geschreven door Heinrich Hoffmann en in 1845 gepubliceerd als het prentenboek Struwwelpeter. In 1848 is het boek door W.P. Razoux vertaald naar het Nederlands als 'Een aardig prentenboek met leerzame vertellingen' waaronder het verhaal 'De Geschiedenis van de Zwarte Jongens'.
De eerste strofe van het verhaalrijm luidde:
Een moriaan, zoo zwart als roet,
Ging eenmaal wand’len zonder hoed;
De zon, die scheen hem op zijn bol
Daarom nam hij een parasol.
Het verhaal vertelt dat het donkerkleurig Moors jongetje vervolgens door drie jongetjes gepest wordt om zijn donkere huid. Nikolaas spreekt ze hierover aan en vraagt ze niet te spotten met huidskleur. Nadat ze niet luisteren wordt hij kwaad en stopt ze alle drie in een grote inktpot waardoor ze nog zwarter dan het donkerkleurig jongetje zijn.
De moraal van het verhaal wordt in de Nederlandstalige vertaling aan het einde als volgt verwoord:
't Was enkel door hun stout gespot,
Dat zij geraakten in den pot;
Dus, lieve kind'ren! spot toch niet
Als gij iets vreemds aan and'ren ziet.
LOHENGRINLAAN
Lohengrin is een fictief figuur uit de legendes van Koning Arthur. Het verhaal van deze 'Zwaanridder' werd voor het eerst opgetekend in de 13e eeuw en zeshonderd jaar later maakte Richard Wagner er een opera van.
WALEWEINSTRAAT
Walewein (Engels: Gawain, Welsh: Gwalchmei), Gawan, is een van de ridders van de Ronde Tafel. Hij is een neef van koning Arthur en zoon van Morgause en koning Lot van Orkney en een broer van Agravaine, Gaheris, Gareth en Mordred. Walewein wordt al vroeg vermeld in een van de kronieken rond de Arthurlegende.
Walewein wordt beschreven als loyaal aan koning en familie, een vriend voor jongere ridders en verdediger van de zwakkeren. Bovendien verstaat hij de geneeskunst. In de kronieken worden er drie kinderen aan hem gerefereerd, Florence, Lovell en Gingalain (ook bekend als Wigalois). Een van zijn vrouwen was Florie van Syrië.
YWEINSTRAAT
Ywain of Yvain was een van de ridders van de Ronde Tafel in de verhalen rond koning Arthur. Hij was een zoon van koning Urien. Zijn moeder was waarschijnlijk Morgan le Fey. Ywain is gebaseerd op het historische personage Owain mab Urien, die rond 595 n. Chr. is gestorven.
Geoffrey van Monmouth refereert aan hem in zijn historieboek Historia Regum Britanniae (ca. 1135). Chrétien de Troyes schreef een roman over hem, Ywein: Le Chevalier au Lion (ca. 1176).
KONING MARKWEG
Koning Mark van Cornwall zou de zoon zijn van koning Felix, die stierf na een Ierse aanval op zijn kasteel in Tintagel. In de Arthur-legende wordt Mark afgeschilderd als gewelddadig, verraderlijk en laf. Hij zou in het begin van de 6e eeuw over Cornwall hebben geregeerd. De legende beschrijft hem als neef van koning Arthur en oom van Tristan. Mark stuurde Tristan om zijn jonge bruid, Isolde (of Iseult) uit Ierland te halen. Tristan en Isolde werden verliefd met een beetje hulp van een toverdrank en hun verhaal is keer op keer verteld.
MERLIJNWEG
Merlijn (voluit Merlijn Ambrosius; Welsh: Myrddin Emrys) was de tovenaar en Keltische druïde die volgens de sage, zoals beschreven in Geoffrey van Monmouths Historia regum Britanniae, een rol heeft gespeeld bij de opvoeding en in het leven van koning Arthur, de zoon van de Engelse koning Uther Pendragon.
PARCIVALSTRAAT
Parzival ('recht midden door', Welsh: Peredur), ook gespeld als Parsifal, Parcifal, Parsival of Parcival, was een van de ridders van de legendarische koning Arthur. Zijn levensverhaal is aan het begin van de 13e eeuw beschreven door Wolfram von Eschenbach in de versroman Parzival, volgens Wolfram zelf naar een tekst van de Provencaalse meester Kyot.
Geen van de ridders van Koning Arthur kan de graal vinden, maar Merlijn de tovenaar schakelt Parcival in en hij weet de Graal uiteindelijk te vinden.
TORECPAD
Torec (ca. 1262) is een Arthurroman en wordt toegeschreven aan Jacob van Maerlant (Brugse Vrije, ca. 1230-1235 – ca. 1288-1300). Hij was een Vlaams dichter uit de dertiende eeuw en een van de belangrijkste Middelnederlandse auteurs. In de overgeleverde manuscripten wordt zijn naam gespeld als Jacob van Merlant.
FERDINAND HUYCKSTRAAT
'De Lotgevallen van Ferdinand Huyck' is een historische avonturenroman uit 1840 van Jacob van Lennep (1802 – 1868). Het speelt zich af vlak voor 1740. Het boek wordt beschouwd als het meesterwerk van de schrijver en kende in de negentiende eeuw een enorme populariteit.
REYNHOVESTRAAT
In het eerdergenoemde boek 'de Lotgevallen van Ferdinand Huyck' ontmoet deze o.a. een persoon met de naam Reynhove en de schipper Kapitein Pulver, die bij tante van Bempden op 'Heizicht in 't Gooi' het verhaal doet van zijn schipbreuk en zijn verblijf onder de zeerovers, vol volkshumor en overvloed van humoristisch toegepaste spreekwoorden en zegswijzen.
KAPITEIN PULVERSTRAAT
Kapitein Pulver komt dus voor in 'de Lotgevallen van Ferdinand Huyck. maar is later een ook figuur in een boek van de Nederlandse schrijver Ruurd Feenstra (1904 – 1974). Deze heeft zowel boeken voor volwassenen als voor kinderen geschreven. Daarnaast schreef hij een aantal schoolboeken voor lagere scholen en eenvoudig voortgezet onderwijs. Ook schreef hij diverse blijspelen.
KLAARTJE DONZESTRAAT
De 'Camera Obscura' van schrijver / predikant Nicolaas Beets (1814 – 1903) verscheen in het najaar van 1839 in het niemandsland tussen het voltooien van zijn studie op 11 maart 1839 en zijn aantreden als predikant te Heemstede op 4 oktober 1840. Later zijn er nog enkele verhalen aan het oorspronkelijke boek toegevoegd, waaronder ‘Gerrit Witse’. In dat verhaal komt de personage Klaartje Donze voor.
REINAERTLAAN
Je zou het van een dierenverhaal misschien niet zo snel verwachten, maar 'Van den vos Reynaerde' kan gerust het hoogtepunt van de Middelnederlandse literatuur genoemd worden. Het is een satire op de middeleeuwse samenleving, waarin de auteur niet alleen de verschillende standen (geestelijkheid, adel, boeren), maar ook de middeleeuwse literatuur zelf (zoals de ridderliteratuur) op de hak neemt.
CANTECLEERSTRAAT
Cantecleer de haan is de vader van 11 kippen. Meerdere kippen zijn van het leven beroofd door Reynaert. Cantekleer is de eerste die Reynaert aanklaagt, en die bewijs kan leveren.
GRIMBEERTLAAN
Dit is een Das en een van neef van Reynaert. Grimbeert en Reynaert zaten in dezelfde clan/groep en beschouwden elkaar als familie, vandaar neef.
COPPESTRAAT
Even lijkt het erop dat de das Grimbeert zijn oom met een meesterlijke rede zal vrijpleiten, maar dan treedt een begrafenisstoet binnen met het lijk van de door Reynaert vermoorde Coppe, een van de kippen van Cantecleer.
BRUUNSTRAAT
Bruun de beer is niet slim en daarom kan Reynaert hem makkelijk om de tuin leiden. Het enige wat Reynaert in de weg zit is dat Bruun heel sterk en trouw aan de koning is. Hij heeft ook veel vraatzucht.
TIBEERTSTRAAT
Typeert de kater is het tegenovergestelde van Bruun, hij is niet sterk maar wel heel slim. Het was daarom ook lastig hem om de tuin te leiden, maar het is toch gelukt omdat hij net als Bruun veel vraatzucht heeft. Reynaert won ook het vertrouwen van Tybeert door hem te behandelen als vriend.
CUWAERTLAAN
Cuwaert de haas is een angstig haasje, een angsthaas. Toch doet hij wat de koning hem opdraagt. Cuwaert betekent lafaard.
FIRAPEELLAAN
Het luipaard Firapeel treedt op als vredestichter en verzoener, maar ook als iemand die graag vuurtjes aanwakkert en leven in de brouwerij brengt.
ROSSEELSTRAAT
Het eekhoorntje Rosseel wordt ter loops op een enkele plaats genoemd: verder speelt het geen rol in het gedicht.
ELCERLYCKLAAN
Elckerlijc of Elckerlyc (voluit: Den Spyeghel der Salicheyt van Elckerlijc - Hoe dat elckerlijc mensche wert ghedaecht Gode rekeninghe te doen) is een 15e-eeuwse Nederlandstalige moraliteit of zinnespel. (Elckerlijc betekent Iedereen). In dit stuk gaat het om het feit dat iedereen rekening en verantwoording zal moeten afleggen van zijn aards leven.
ROELANTLAAN
Het Roelantslied (ook: Roeland(s)lied) is een van de oudste Middelnederlandse ridderromans in het genre van het chanson de geste. Het is een anonieme bewerking van het Franse Chanson de Roland. De vertaling dateert uit de 13e eeuw, het Franse origineel uit de periode 1050—1150.
DE VIER HEEMSKINDERENLAAN
De ridder Aymon (ook wel Haymijn of Aymes, in het Nederlands verbasterd tot Heems) van de Ardennen of de Dordogne was een trouwe leenman van Karel de Grote. Hij zou getrouwd geweest zijn met Aye, een zuster van Karel. Zij schonk haar echtgenoot vier zonen: Ritsaert, Writsaert, Adelaert en Reinout.
HEIMOSTRAAT
Heimo (Aymon, ook wel Haymijn of Aymes, in het Nederlands verbasterd tot Heems) was de vader van de vier Heemskinderen.
RITSAERTSTRAAT
De oudste van de vier Heemskinderen.
ADELAERTSTRAAT
De derde zoon van Heimo en Aya, een zus van Karel de Grote.
MALAGIJSWEG
Een tovenaar en oom van de vier Heemskinderen, die hen regelmatig hielp.
GENOVEVALAAN
Genoveva van Brabant is een vrouw uit een middeleeuws volksverhaal. Ze belichaamt, evenals Griseldis, de zwaarbeproefde huwelijkstrouw. Genoveva was in de 8e eeuw getrouwd met paltsgraaf Siegfried, die haar beschuldigde van ontrouw tijdens zijn afwezigheden.
De graaf gaf opdracht zijn vrouw en haar tweejarige zoontje te verdrinken, maar de beul die dit moest uitvoeren liet hen achter in een grot in de Ardennen. Daar vond Siegfried ze zes jaar later terug; door dit wonder geloofde hij in haar onschuld en hij nam haar weer mee naar huis.
Hits: 2177